Mantijn van Leeuwen is algemeen directeur en senior adviseur van Het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie (NIBE). Het bedrijf is kennispartner van New Horizon Urban Mining en onderzoekt, adviseert en ontwerpt op het driehoeksvlak van milieu, gezondheid en bouwen/beheren. Het NIBE koppelt sociale en ecologische betrokkenheid aan de voorwaarde van economisch rendement. De samenwerking met New Horizon Urban Mining heeft vooral betrekking op toepassing van de levenscyclusanalyse (LCA).
“Duurzaamheid is in onze visie belangrijk. Wij willen de verduurzaming zoveel als mogelijk versnellen door bijvoorbeeld het schrijven van publicaties. Op die manier maak je mensen meer bewust. We richten ons daarbij op twee groepen. De eerste omvat de architecten. Bewust ontwerpen is in deze een must. De tweede groep betreft de opdrachtgevers. Zij kunnen verduurzaming opnemen in hun contracten.
Een manier om te verduurzamen is door hergebruik. Het NIBE doet specialistisch werk: wij rekenen aan duurzaamheid door het maken van een LCA. Dit doen we ook voor partners van New Horizon Urban Mining. Bij een LCA wordt gekeken naar de totale milieu-impact van een product. Dit proces begint bij de winning van grondstoffen en eindigt bij de afvalverwerking. De tussenliggende fasen van productie, transport en onderhoud worden ook meegenomen in de analyse. Zo wordt inzicht verkregen in de milieubelasting in iedere fase van de levenscyclus van het product. Dit is ook mogelijk bij producten die hergebruikt worden. Vaak zie je dat die ten opzichte van nieuwe producten milieuwinst opleveren. Dit kan een enorme besparing zijn, ook economisch. Het NIBE heeft inmiddels een eigen online milieuclassificatiesysteem voor zo’n 3000 producten, dat veel opvolging kent. De circulaire producten die gerealiseerd worden door het Urban Mining Collective worden ook in deze database opgenomen. Het platform telt ruim 12.000 geregistreerde gebruikers, waaronder ca. 2500 architecten. Kwantificeren is belangrijk, waarbij duurzaamheid moet meewegen, vóór maar ook na het productieproces. Daar ligt de kracht.”